Ligging:
Klik op de afbeelding om naar de kaart te gaan.
Beschrijving:
De Berk, onderdeel van de Haagse Beemden, is een relatief klein natuurgebied, ca. 35 ha, met een tamelijk unieke ligging: op de smalle overgang van zand naar klei. Deze strook is maximaal enkele kilometers breed en loopt in een grote boog van de Maas, Boxmeer, naar Bergen op Zoom op de Brabantse Wal.
Op diverse plaatsen in deze overgangszone is veen ontstaan, ook in De Berk was dat het geval. De duidelijk herkenbare veenputten of petgaten zijn een kenmerkend onderdeel van de Berk, het wandelpad loopt dwars tussen de veenputten door. Aan de noordzijde van het pad zijn de originele veenputten te zien, ontstaan door het turfsteken in de periode van ca. 1850 tot aan de tweede wereldoorlog. De rechthoekige putten zijn zo groot dat één man er op één dag turf uit kon steken. Op de dijkjes rondom de putten werd de uitgestoken turf te drogen gelegd. De veenputten zelf zijn inmiddels aardig aan het verlanden en zitten behoorlijk vol met trilveen.
De putten aan de zuidzijde van het pad zijn veel recenter. Staatsbosbeheer heeft ze enkele jaren geleden uitgegraven om het verlandingsproces in de putten te kunnen volgen. Het zal dan ook opvallen dat de randen van deze veenputten veel scherper zijn dan die van de putten aan de andere kant van het pad, ook zijn ze een stuk dieper.
In de veenputten, maar veel meer nog in de sloten en beekjes in het gebied is te zien dat er kwelwater omhoog komt (op de bodem ligt een roodbruine, vlokkige laag van ijzerverbindingen; op het oppervlak ligt vaak een vlies, alsof er een olielaagje op ligt). Dit kwelwater is afkomstig uit de hoger gelegen zandgronden, naar men zegt zelfs grotendeels uit de Ardennen!
Soorten:
De waterstand in het gebied wordt hoog gehouden door middel van stuwtjes en dammetjes. Mede daardoor is het gebied grotendeels moerassig van aard. De vegetatie heeft zich daaraan aangepast. We vinden hier elzen, wilg en berk en lager op de grond moerasviooltje, geelgroene zegge, vlottende bies, gele lis, dotterbloem, fonteinkruid, moeraswederik en waterdrieblad.
Het gebied herbergt een grote verscheidenheid aan vogels. In de zomer zijn hier Zwarte kraai, Gaai, Ekster, Grauwe gans, Canadese gans, Blauwe reiger, Kievit, Scholekster, Wulp, Meerkoet, Waterhoen, Wilde eend, Wintertaling, Knobbelzwaan, Koolmees, Pimpelmees, Staartmees, Rietgors, Graspieper, Matkopmees, Tuinfluiter, Zwartkop, Grasmus, Blauwborst, Fitis, Tjiftjaf, Roodborst, Winterkoning, Grote Bonte Specht, Buizerd, Torenvalk, Sperwer, Boomvalk en Ransuil te zien; in de winter Buizerd, Torenvalk, Sperwer, Grauwe gans, Canadese gans, Blauwe reiger, Aalscholver, Veldleeuwerik, Kramsvogel, Koperwiek, Kievit, Scholekster, Wulp, Meerkoet, Waterhoen, Wilde eend, Wintertaling, Knobbelzwaan, Koolmees, Pimpelmees, Staartmees, Rietgors, Graspieper, Matkopmees, Roodborst, Zwarte Kraai, Gaai, Ekster, Winterkoning en Grote Bonte Specht.
Van de zoogdieren zijn het Ree en de Haas hier goed vertegenwoordigd.
Eigenaar:
Staatsbosbeheer.